Vorig jaar heeft Martine Hoogman, samen met veel collega’s, hersenscans van 1.700 ADHD’ers en 1.500 controlepersonen naast elkaar gelegd. Resultaat: bij kinderen onder de 20 zijn de amygdala (angst) en de hippocampus (geheugen) een paar procenten kleiner. Bij 20-plussers gaat dat verschil in rook op…… Grote discussie in het land van onderzoekers! Want als ADHD niet te vinden is in de structuur van de hersenen en ook de hersenactiviteit geen duidelijke afwijking laat zien, in hoeverre heeft ADHD dan een biologische oorzaak? Ligt het ‘gewoon’ aan de opvoeding?
Als jij een kind hebt met symptomen die horen bij ADHD - hyperactief en ongeconcentreerd - zit je nu vast met samengeknepen tenen. Ontspan die tenen maar weer want de eindconclusie van het artikel is: “Eigenlijk begrijpen we ADHD nog steeds niet goed” en dat “Het goed is dat we meer inzicht krijgen in de sociale kant van druk gedrag, maar het zou naïef zijn om de biologie helemaal weg te poetsen”.
Voor de zoveelste keer blijkt dat wij mensen een stuk gecompliceerder in elkaar zitten dan, in dit geval, hersenwetenschappers hadden gehoopt. Bovendien zijn die wetenschappers de context vergeten waarin kinderen opgroeien. Denk aan school, de cultuur waarin we leven, de maatschappelijke verwachtingen, gezinnen zijn kleiner waardoor verwachtingen van ouders hoger. Kortom: wij verwachten dat leerlingen stilzitten, opletten en goede cijfers halen. In een klas met 30 leerlingen wordt onaangepast gedrag vandaag sneller als problematisch gezien dan als er klassen met 15 leerlingen zijn.
Wat ik zelf ook erg interessant vind is dat ADHD in alle werelddelen voorkomt. De onderzoeken komen uit op een gemiddelde van 5,29% onder kinderen van 18 jaar en jonger in alle werelddelen. Ze hebben dit onderzocht door bij te houden hoeveel klinische labels gegeven werden en door ouders vragenlijsten in te laten vullen. Dan blijkt dat China een land is met 15% ADHD’ers volgens de ouders. Tja, als verklaring volgt dan de torenhoge verwachtingen van Chinese ouders van hun, vaak enige, kind.
Ook in Nederland noemt de Gezondheidsraad toegenomen prestatiedruk en minder tolerantie voor afwijkend gedrag als belangrijke oorzaken voor het groeiende gebruik van ADHD-medicatie.
Naar schatting 4 – 8 procent van alle kinderen en jongeren heeft de diagnose ADHD in Nederland. Driekwart van hen zijn jongens! Van de kinderen tussen de 4 en de 18 jaar krijgt 4,5 procent Ritalin voorgeschreven. Het aantal gebruikers neemt sinds 2014 wel langzaam af. In België gebruikt maar 2% van deze groep medicatie.
De wetenschapper Durston concludeert: “De focus op de biologie van ADHD was te kortzichtig maar niet alleen slecht. Daardoor hebben we nu medicijnen die aangrijpen op de hersenen. 70 tot 80 procent van de kinderen reageert goed op methylfenidaat”.
In mijn eigen praktijk kom ik ouders tegen die hun kinderen niet op medicatie willen zetten en op zoek zijn naar andere oplossingen. Begrijpelijk want de effecten van deze medicijnen op de lange termijn zijn onbekend. Veel van hen kan ik gelukkig helpen en dan is medicatie niet nodig. Maar er zijn ook leerlingen en ik beschrijf die zelf als de leerlingen met ’herrie in hun hoofd‘, die als ze eenmaal met medicatie beginnen zichtbaar opbloeien. Die eindelijk rustig kunnen leren zonder een continue onderstroom van ‘herrie’. Die opeens in een kwart van de tijd klaar zijn met hun huiswerk. Dit is echter een zeer kleine groep, ergens rond de 1 – 2 procent van al onze kinderen onder de 18 jaar, schat ik in.
Die hebben dan toch maar mooi baat bij die 20 jaar breinonderzoek!
Categories: Algemeen