Door het LeerStrategie profiel?
Aanpassen van planning? of het inzicht gevende gesprek met de MILS coach?
Een leerling (fictief Danny) zit in zijn eindexamenjaar vwo en wil graag een informatica studie gaan volgen na zijn eindexamen. Hij staat er redelijk goed voor, maar wiskunde is een probleem. De ene keer haalt hij een 8, de andere keer een 4. Niemand, ouders noch docent noch Danny zelf, begrijpt waar dat vandaan komt. Hij vindt het een leuk vak en snapt het ook meestal en dan toch die regelmatige onvoldoendes naast de achten. Als je ouders, die ondernemers zijn, dan in gesprek raken met één van hun vaste klanten, die MILS coach is, is de stap naar een MILS onderzoek (Meer Inzicht in LeerStrategieën) snel gezet.
Het MILS profiel van Danny gaf niet meteen duidelijkheid in de oorzaak van de wisselende wiskunde cijfers. Hij kan heel erg makkelijk leren van teksten, heeft ook graag structuur in zijn lesstof en auditieve en visuele informatie komen ook goed bij hem binnen. Het maakt hem ook nog eens niet uit of hij alleen moet werken of samen met anderen. Hij herkende dit ook nog eens allemaal. Dus waarom werkte die wiskunde nu niet voor hem? Een diepgaand gesprek over zijn manier van werken in combinatie met de inzichten uit de MILS leverde meer duidelijkheid op.
Als hij zijn werk voor een week plande in zijn agenda, hield hij zich altijd strikt aan zijn planning. Dan had hij altijd ruim voldoende tijd ingeruimd om te leren voor toetsen. Na enig speurwerk kwam hij erachter dat hij op die manier altijd goede cijfers haalde, ook voor wiskunde. Als hij echter geen zin had om een planning te maken, dan leerde hij altijd alleen maar op het allerlaatste moment voor een toets: de avond van tevoren las hij de stof één keer door en dan scoorde hij de volgende dag een voldoende, geen hoog cijfer, maar de 6 was meestal wel binnen. Dit klopte met zijn grote voorkeur voor leren van tekst: één keer doorlezen is bij hem voldoende voor een 6. Maar bij een vak als wiskunde werkt het eenvoudigweg niet als je de stof één keer doorleest: oefenen is daar echt wel nodig om een voldoende te halen. En voor dat oefenen had hij dan onvoldoende tijd. Nog wat speurwerk maakte duidelijk dat met een dergelijke voorbereiding hij daarna een 4 haalde voor wiskunde.
Het wisselvallige patroon in zijn wiskunde resultaten hadden we nu verklaard. De oplossing lag dus niet in zijn manier van leren, maar in het altijd maken van een planning. En daar wrong de schoen: hij had er niet altijd zin in en deed het dan niet. Inmiddels snapte hij dat als hij voor wiskunde altijd hoge cijfers wilde halen, hij niets meer hoefde te doen dan altijd een planning maken voor zijn schoolwerk. Met zijn grote behoefte aan structuur in het achterhoofd hebben we bedacht wat een goed, vast moment in de week zou zijn om een planning te maken.
Dat heeft gewerkt: hij is geslaagd met een mooi cijfer voor wiskunde en is inmiddels eerstejaars informaticastudent!