Eerste resultaten leerstrategie onderzoek vertaald naar de praktijk
We zijn intussen alweer wat maanden verder. Hoe gaat het nu met het wetenschappelijk onderzoek naar het MILS leerstrategie onderzoek?
Na maanden van hard werken zijn de eerste resultaten binnen. Op 6 april heb ik deze uitslagen bij de drie betrokken Montessorischolen in Houten gepresenteerd. Belangrijk voor mij was het ophalen van de ervaringen van de docenten. Het werd een waardevolle bijeenkomst.
De onderzoeksresultaten tot nu toe
Opvallend is dat er geen significante verschillen tussen de scholen zijn. Over alle leerlingen genomen valt het volgende op in de scores:
- een wat lagere auditieve score: dit herkennen de docenten wel. Er werd hartelijk gelachen met als ondertoon: ok, ze luisteren dus echt niet. Deze score geeft juist aan dat ook als ze hun best doen om te luisteren de informatie niet goed binnen komt. Tip voor de docenten: meer opschrijven! In de klassen heeft het schoolbord een minder belangrijke plek gekregen (letterlijk kleine whiteboards aan de zijkant). Naderhand bedacht ik (als voormalig consultant) dat een verrijdbare flip-over wellicht een nuttige functie kan vervullen in deze klassen.
- een hoge voorkeur voor het verwerken van geschreven tekst: de docenten relativeren dit een beetje. De leerlingen van de Limes scoorden bijvoorbeeld heel hoog. De docenten geven aan dat dat slechts door een paar leerlingen komt. Ik vind deze hoge scores toch wel een compliment aan hun onderwijs. Naar boven komt dat veel van deze leerlingen uit gezinnen komen waar ouders voorlezen. En zij ondernemen ook andere cognitief stimulerende activiteiten met hun kinderen. Allemaal goede verklaringen voor dit hoge beeld. Duidelijk is in elk geval dat geschreven informatie bij de meeste leerlingen beter binnenkomt dan gesproken informatie
- lage structuurscores: er ontstaat al snel een discussie. Volgens mij stimuleert het Montessori-onderwijs met de aanzet tot verbanden leggen, associëren en dingen anders aanpakken een laag structuur. Dit beamen de docenten. Ik vind het positief dat dit creatieve denkers creëert. Deze leerlingen lopen minder graag een pad dat door de docent wordt uitgezet. Ze vinden het dan al snel saai en kunnen de samenhang tussen de informatie niet vinden. Daar spelen deze montessori-leerkrachten goed op in. In hoeverre het gezin ook een rol speelt bij het ontstaan van deze score, daar komen we niet uit
- een hoge beweegvoorkeur: dit herkennen de docenten meteen, met ook weer veel gelach. Wellicht dat de kinderen van zichzelf al beweeglijk waren toen ze op school kwamen. De docenten zijn het eens: school stimuleert bewegen eerder dan dat ze het onderdrukken. Het is ook mogelijk dat ouders met beweeglijke kinderen kiezen voor het Montessori-systeem vanwege de relatieve vrijheid voor het kind. Ook hier komen we dus niet helemaal uit, maar het beeld is zeer herkenbaar
- de visuele score ligt gemiddeld iets lager dan voor tekst of bewegen: voor de docenten is dit niet herkenbaar. Ook bij goed doorvragen blijkt dat de docenten dit van de meeste leerlingen niet kunnen beoordelen
- de score voor samen leren gaf wel herkenning en discussie. Bij de ene school is de score een stuk hoger dan bij de andere. Veel instemming is er voor de verklaring dat de fysieke ruimte op sommige locaties veel geschikter is dan op de andere. Op één school vragen leerlingen ook zelf om samenwerken. Deze leerlingen presenteren dan een goed resultaat van die samenwerking. Op de andere school willen de kinderen wel samenwerken, maar dan willen ze vooral samen dingen doen en komt het minder van leren. Er komt in ieder geval geen zichtbaar eindproduct uit zo’n groepje. De leraren moeten er strak op sturen en dan lukt het leren in groepjes ook op deze school
Hoe heeft de MILS tot nu toe gewerkt in de groepen? Deel 2 in mijn volgende blog :)
Categories: Algemeen, Wetenschappelijk onderzoek MILS