Vorige week kwam onderstaande vraag binnen van een toekomstig MILS coach
die onlangs de eerste dag van de opleiding tot MILS coach gevolgd heeft:

Hallo Marjolein,
Ik heb een vraag. 

Een docent van ons is bezig om alle leerlingen in de brugklas te leren hoe je een mindmap maakt. Hij wil als toets de leerlingen een mindmap laten maken.

Nu weet ik door de eerste dag van de certificering dat mindmappen voor leerlingen met een lage beeldslim score zeer veel moeite en energie kost, zeker als er ook nog gewerkt moet worden met plaatjes en kleuren!

Is het zinvol om ze te leren om een mindmap te maken?
Wat voor een alternatieve opdracht zou beter bij deze leerlingen passen?

Uiteraard is het erg lastig om het zo te beoordelen omdat er nog geen Mils scores bekend zijn. Dus op basis van deze gegevens vind ik het erg lastig om een advies te geven aan de docent.

Ik heb uitgelegd dat er zeker leerlingen zijn die hier niet veel mee kunnen.
Hij was verrast, maar wil zeker wat met deze informatie doen en vraagt hoe hij deze leerlingen dan tegemoet kan komen.

Heb jij voor nu suggesties??

Mijn antwoord:

Wat mooi dat je dit zo oppakt!
Wat je collega doet is trouwens standaardpraktijk door heel Nederland.
Het wordt ook aangeraden bij verschillende leren- leren methodes.

Een mindmap is voor de laag beeldslimme leerlingen inderdaad een niet fijne maar vooral ook een nutteloze oefening. Er op toetsen schiet bij deze leerlingen het doel voorbij: je wilt immers toetsen op nuttige, bruikbare zaken.

Een Mindmap is noch het één, noch het ander voor deze leerlingen.
Zij kunnen dit gewoon niet.

Maar het is ook zo dat voor iemand zoals ik zelf (midden score 12 op beeldslim) het weliswaar hard werken is om zo’n mindmap te maken, maar het zeker wel wat oplevert. Voor de ‘midden’ beeldslim leerlingen is het dus wél nuttig om kennis te maken met de Mindmap, zelfs al kost het hen energie en veel tijd.

Aangezien je niet weet wie welke MILS score heeft, zie ik de volgende mogelijkheden om zoveel mogelijk leerlingen iets nuttigs aan te reiken:

Zorg dat ze een mindmap maken die voor hun leren echt belangrijk is, bijvoorbeeld voor de vervoeging van het Franse werkwoord ‘aller’, of voor een hoofdstuk wiskunde over vormen. Iets zeer relevants, kennis die vaker nodig gaat zijn in hun schoolcarrière. Hoe relevanter het onderwerp, des te beter de informatie uit de Mindmap wordt opgenomen.

Het aantal laag beeldslimme leerlingen in een klas van 30 is hooguit 3 - 4.
Als je collega erop bedacht is dat die leerlingen er zijn, zal zijn reactie al genuanceerder worden: dat is de grote winst!

Verder kan je collega makkelijk meer lucht aan de veel grotere groep ‘midden’ scorende leerlingen geven door uit te leggen dat er geen standaard ‘goede’ of ‘foute’ manier is om een mindmap maken.

Natuurlijk kunnen leerlingen het voorbeeld uit het boek volgen – een hoogstructuur leerling zal dat zeker gaan doen. Maar voor iedereen geldt: doe het op je eigen manier. Vertaal kennis die jij wilt leren naar een soort mindmap die voor jou duidelijk is.
Dan kun je iets creatiefs verwachten als op het plaatje bij deze blog.

De leerlingen die deze vrijheid omarmen, kunnen dan ook met dingen komen die meer op een conceptmap lijken dan op een mindmap (met pijlen en verbindingen etc.) Laat ze vooral ook vrij om wel of niet met plaatjes en/of symbolen te werken.

Als je de Mindmap opdracht wat vrijer formuleert, is het alleen voor die echte laag beeldslim leerlingen een verspilling van hun tijd. Omdat je deze groep er nu niet van tevoren uit kunt halen zou ik dit feit accepteren en al rondlopend kijken of je ze kunt identificeren als laag beeldslim.

Dan kun je ze vragen om op een andere creatieve manier een samenvatting te maken van de lesstof.
De meesten zullen dat dan waarschijnlijk 100% in tekst gaan doen.